21 jul 2020, cao
Al 44 jaar is wijkagent Frank Meissen (62) in dienst van de politie. Hij merkt dat het een steeds zwaardere wissel op hem trekt: “We brachten met vijf man een potige jongen onder controle in een separeerruimte. Ik zat daar op m’n knieën in de stront en pis en dacht: dit gaat ‘m gewoon niet worden.”
Frank herinnert zich van zijn eerste jaren bij de politie dat collega’s op leeftijd dikwijls achter de receptie laten of volledig wijkagent waren. “Ze werkten van 9.00 tot 17.00. Je kon van hen niet verwachten dat ze nog achter boeven aan zouden rennen. Ik snap dat die tijden voorbij zijn. Dat de leeftijdsgrens is opgerekt, met alle risico’s van dien. Maar ik heb inmiddels mijn grens bereikt.”
Hij schetst een weekend waarin hij als wijkagent aan het werk was, met 7 in plaats van 9 collega’s. Hij begint zijn dienst en doordat het meteen storm loopt met meldingen kan er niet gebriefd worden. “De eerste melding was een reanimatie, waarbij de man uiteindelijk in de ambulance overleed en werd afgevoerd. Hij had alleen een telefoon bij zich. Op zo’n moment wil je ook de familie in kennis stellen. Maar de meldkamer begon onmiddellijk weer te roepen, omdat er nog veel andere meldingen klaarstonden.” De dag daarna kwamen direct de eerste klussen binnen en was er weer geen briefing. “Dat trok zo’n zware wissel op me. Ik wilde het bijltje erbij neergooien.” Gelukkig heeft Frank daarna vakantie en kan hij enigszins tot rust komen.
Meteen daarna komt hij echter in hetzelfde patroon terecht. “Ik zat op de motor en kreeg een melding van een woning waar een ex zich naar binnen had gedrongen. De collega’s waren druk met andere prio-meldingen. Voor je eigen veiligheid is het niet verstandig om daar dan alleen naartoe te gaan. Maar je doet het toch, omdat er verder niets is. Eenmaal daar, bleek inderdaad een boom van een vent te zijn binnengedrongen. Daar stond ik dan als 62-jarige. Ik had echt een probleem gehad als dat matten was geworden. Ook de partijen kon ik pas scheiden en apart spreken op het moment dat er een collega bij kwam.”
“Het stond nog niet in het systeem of er moest in een separeerruimte bij de GGZ een jongen worden geprikt, omdat die door een psychose onhandelbaar dreigde te worden. We kwamen daar en hij had alles ondergesmeerd met ontlasting en urine. Met vijf man kregen we hem netjes onder controle, maar op mijn knieën in de stront en pis vroeg ik me toch af waarom ik daar op m’n 62ste zo lag te stoeien. ‘Dit gaat ‘m niet worden’, dacht ik. Het was gewoon even teveel. Constant in die hoge versnelling, dat houdt een keer op.”
Na 44 jaar politiewerk merkt Frank dat incidenten hem steeds meer energie kosten. Hij slaapt slecht, rust onvoldoende uit, is futloos en raakt snel geïrriteerd. Naarmate hij ouder wordt, grijpt het menselijk leed hem ook meer aan. “Een incident als een verhanging in een trapgat, maakt meer indruk dan het eerst deed. Het lijkt alsof de schijf vol is.” Frank komt in een burn-out terecht.
Inmiddels is hij weer aan het re-integreren. Op een ander bureau, weg uit de hectiek. Op zijn oude bureau had hij de pech dat iedere collega die hij bij terugkomst sprak, vrijwel meteen werd weggeroepen. “Ik zie mezelf niet teruggaan in het uniform en de wijk in”, zegt Frank. “Zeker niet in deze functie en in deze tijd. Er is te weinig rek om nog andere dingen te doen. Alles is afgeroomd. Als er heftige incidenten gebeuren, moeten we bijspringen in de noodhulp. Zo simpel is het.” Frank maakt gebruik van enkele mogelijkheden voor ouderen, zoals gedeeltelijke RPU, die sinds mei zijn samengevat in de handreiking ‘veilig en gezond aan het werk blijven aan het einde van je loopbaan.’ Ook het ‘aangepaste takenpakket aan het einde van de loopbaan’ vindt Frank een gesprek waard. “Maar de spoeling wordt wel dun als veel collega’s gebruikmaken van die mogelijkheid. En zolang ik niet boven de formatie zit, blijf ik een kracht die ze niet elders kunnen inzetten.” Toch houdt hij hoop op leuke andere taken. Frank: “Zijn die er niet, dan denk ik dat ik op een gegeven moment naar maximale RPU ga.”
Dit artikel verscheen eerder in Politiebericht, nummer 2, 20 juni 2020
Handtekeningen onder politie-cao 2024-2025
De nieuwe politie-cao 2024-2025 is een feit. Deze middag van dinsdag 19 december hebben demissionair minister Yeşilgöz, korpschef Henk van Essen en de voorzitters van de politiebonden hun handtekening onder de nieuwe afspraken gezet. Daarmee bekrachtigen ze wat eerder in het onderhandelaarsresultaat is overeengekomen. De nieuwe politie-cao gaat vanaf 1 juli 2024 gelden.
19 decVier besturen unaniem over cao-akkoord politie
De vier bestuursorganen van de politiebonden hebben unaniem ingestemd met het principe-akkoord voor de cao 2024-2025. Daardoor kan volgende week de nieuwe cao worden ondertekend. Op de weg van onderhandelaarsakkoord naar feitelijke ondertekening is het oordeel van de leden namelijk heel belangrijk. Sterker nog, ze hebben de beslissende stem. De voorzitters van de politiebonden zetten geen handtekening zonder instemming vanuit hun ledenbestuur.
13 decVEELGESTELDE VRAGEN CAO 2024-2025
In het onderhandelaarsakkoord voor de politie-cao 2024-2025 staat een groot aantal afspraken. De precieze inhoud en gevolgen daarvan zijn misschien niet meteen even duidelijk voor iedereen. Dat lezen we als politiebonden al goed af aan de vragen die over de nieuwe cao binnenkomen. Daarom hebben we de veelgestelde vragen op een rij gezet en voorzien
24 novAfspraak verlenging termijn behoud executieve status van 5 naar 10 jaar
De werkgever en de vier bonden hebben afgesproken om de termijn van het statusbehoud bij eenoverstap van een executieve- naar een administratief-technische functie te verlengen van 5 naar10 jaar. De termijn van 10 jaar geldt voor iedereen die gebruikmaakt of gaat maken van dezemogelijkheid. Koos je al voor statusbehoud dan krijg je van het korps
24 novMeer nieuws over onderhandelaarsakkoord politie-cao
De politiebonden, demissionair minister Dilan Yesilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid en korpschef Henk van Essen hebben een onderhandelaarsakkoord bereikt over een nieuwe politie-cao. De enorme werkdruk, de krappe arbeidsmarkt en de hoge inflatie zijn van grote invloed op de inzet, werkomstandigheden en koopkracht van politiemedewerkers. Partijen zijn daarom vroegtijdig met elkaar in overleg gegaan om
20 nov