21 jan 2020, aow en vroegpensioen
Een overgrote meerderheid van de deelnemers aan de digitale peiling en bijeenkomsten van de politiebonden over het vroegpensioen heeft aangegeven niet te willen dat bij de pensioenonderhandelingen een onderscheid wordt gemaakt tussen een nieuwe vroegpensioenregeling (RVU) en het capaciteitsvraagstuk. Daarnaast is er onder collega's een grote actiebereidheid wanneer de werkgever niet wil luisteren naar de inzet van collega’s.
Vorig jaar hebben de bonden hun inzet rondom vroegpensioen op tafel gelegd, een vroegpensioenregeling voor alle politiemedewerkers. Ook kwamen zij met een plan om het capaciteitsprobleem aan te pakken via aanpassing van het politieonderwijs. Na enkele weken onderhandelen bleek dat de standpunten van beide partijen mijlenver uit elkaar bleven liggen. Om te peilen hoe politiecollega’s aankeken tegen de inzet van de werkgever en de inzet van de bonden werd een digitale peiling uitgezet en waren er 3 bijeenkomsten in het land. Ruim 9.000 collega’s vulden de peiling in, waarna de conclusie werd getrokken dat meer dan 90 procent achter de bonden staat. Ook bij de bijeenkomsten in de zaal was hier geen twijfel over mogelijk.
De collega’s gaven aan dat het overgrote deel van de politiemedewerkers werk doet - of heeft gedaan - onder zware omstandigheden en dat daarom geen onderscheid mag worden gemaakt wie er wel of geen gebruik kan maken van de vroegpensioenregeling. Daarnaast willen zij dat de politiebonden alleen doorgaan met onderhandelen wanneer er één afsprakenpakket wordt gemaakt over aanpassing van het politieonderwijs en de RVU-regeling.
Tijdens de CAO-onderhandelingen in 2017 wilden de bonden een regeling afspreken die vervroegd uittreden van politiemensen mogelijk maakt. Dit was toen nog vrijwel onmogelijk, aangezien zo’n regeling bestraft werd met een fiscale boete van meer dan 50 procent. De bonden besloten hierop in de CAO een stuk tekst op te nemen dat wanneer er gedurende de looptijd van de CAO wel wettelijke ruimte zou komen voor vervroegd uittreden, we het overleg hierover zouden heropenen. Vervolgens hebben we samen met onze achterban de druk op het kabinet flink opgevoerd, onder andere door steeds intensievere collectieve acties. Toen in 2019 het pensioenakkoord werd afgesloten, kwam de benodigde ruimte er en stond de weg naar een vroegpensioen voor politiemedewerkers open.
In dit pensioenakkoord werd afgesproken dat werkgevers boetevrij een jaarlijks bedrag van maximaal 21.000 euro kunnen uitkeren aan werknemers die in de periode 2021-2025 maximaal 3 jaar voor hun AOW-leeftijd zitten. Dit maakt het een stuk aantrekkelijker om met vroegpensioen te gaan. Hierover moeten afspraken worden gemaakt op sectorniveau. Om zo onder andere antwoord te krijgen op de vragen: voor wie gaat deze regeling gelden en hoe hoog wordt het bedrag dat een medewerker meekrijgt? De bonden en de werkgever gingen hierover in onderhandeling. In het begin waren de bonden nog positief. Het kabinet (dat zowel wetgever als werkgever van de politie is) had immers aan de onderhandelingstafel zijn goedkeuring gegeven aan het pensioenakkoord. Helaas bleek tijdens de onderhandelingen dat de werkgever niet van plan is om mee te bewegen en lang de tijd wil nemen om tot een regeling te komen.
Voor de bonden is het juist belangrijk dat er zo snel mogelijk een regeling komt. De politie moet de ruimte krijgen om de regeling door te voeren en technische zaken te regelen. Collega’s hebben dan nog voldoende tijd om goede keuzes te maken over bijvoorbeeld hun levensloopregeling. Snelheid is ook belangrijk omdat het vervroegd uittreden van collega’s een grote impact heeft op de organisatie. Een voorzichtige schatting is dat zo’n 9.000 collega’s gebruik gaan maken van de vroegpensioenregeling. Dit betekent dat - als maatregelen uitblijven - het capaciteitsprobleem de komende jaren alleen maar groter wordt. Hoe eerder we afspraken maken over manieren om snel nieuwe collega’s beschikbaar te hebben, hoe beter. De bonden pakken het vervroegd uittreden en de capaciteitsproblemen dan ook op als één vraagstuk, ze horen bij elkaar en willen dit in de onderhandelingen niet los van elkaar zien.
Jaar na jaar hebben de bonden bij de werkgever aangegeven dat de politie door het ijs zou zakken en dat het capaciteitsprobleem enorm zou worden. Keer op keer werden de bonden afgewimpeld. Daarom lieten we in de CAO opnemen dat er een noodplan voor het politieonderwijs zou komen, voor het geval dat het tekort (en daarmee de behoefte aan instroom van nieuwe collega’s) toch te nijpend zou worden. Helaas kregen de bonden gelijk. Daarom praten bonden en werkgever nu - behalve over vroegpensioen - over forse aanpassingen in het politieonderwijs die ervoor moeten zorgen dat nieuwe collega’s sneller in de praktijk inzetbaar zijn. Op deze manier winnen we aan capaciteit. Daarnaast kunnen jongere collega’s makkelijker en meer worden ingezet dan oudere collega’s, aangezien zij nog niet te maken hebben met bijvoorbeeld nachtdienstontheffing of RPU (regeling partieel uittreden). Volgens de bonden is nu het uitgelezen moment voor het maken van afspraken die extra capaciteit en inzetbaarheid opleveren, zodat zittende medewerkers de komende jaren meer lucht krijgen.
De werkgever wil echter het aanpassen van het onderwijs loskoppelen van de discussie over een vroegpensioenregeling. De werkgever wil snel afspraken maken over het onderwijs, maar daarentegen tot de zomer de tijd nemen om tot een akkoord te komen over het vroegpensioen. De bonden zijn het hier absoluut niet mee eens. Ten eerste is het belangrijk om de RVU-regeling zo snel mogelijk door te voeren, voordat het te laat is. Ten tweede zijn het capaciteitsprobleem en de RVU volgens de bonden - zoals eerder gezegd - onlosmakelijk met elkaar verbonden.
De werkgever ziet niet in hoe op korte termijn een akkoord te kunnen sluiten over een vroegpensioenregeling en wil de onderhandelingen opsplitsen. De bonden vinden dat het nu moet gebeuren en willen geen knip. De komende weken doen de bonden nog een ultieme poging om nader tot elkaar te komen. Als er niets in de situatie verandert, dan betekent dit dat we lijnrecht tegenover de werkgever komen te staan. Tijdens de vroegpensioenbijeenkomsten is aan collega’s gevraagd of zij bereid zijn om in actie te komen wanneer de werkgever deze lijn blijft vasthouden. Hierop werd instemmend gereageerd. De bonden gaan hierover - mocht de situatie op korte termijn niet veranderen - in gesprek met hun achterban.
Zie hieronder de powerpoint presentatie die is getoond tijdens de bijeenkomsten:
Aanspraak vervroegd uittreden: KMar- en douanejaren
Hoeveel dienstjaren moet je op je naam hebben om in aanmerking te komen voor vroegpensioengeld (RVU-uitkeringen) van de werkgever? Binnen de politie is de norm: minstens 35 dienstjaren waarvan minstens 25 zwaar – dat wil zeggen: in een uitvoerende politiefunctie. Mag je KMar- en douanejaren daarbij als zware jaren meetellen? Het antwoord daarop leidde de
22 mrtGrote RVU-actie op woensdag 27 maart
Op 27 maart gaan we verder met de RVU-acties! Onze eerste actie in Den Haag was een succes. De regeling voor zwaar werk staat weer in de aandacht van alle betrokken partijen. Alleen zijn er nog geen echte vervolgstappen gezet. De partijen zijn niet aan tafel gegaan voor verdere onderhandelingen. Daarom komen wij weer terug.
19 febEerste RVU-actie geslaagd
Onvoorwaardelijke steun van korpschef Henk van Essen om de Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) te verlengen. Een minister die aangeeft er alles aan te willen doen om het noodzakelijke gesprek tussen werkgevers en werknemers op gang te brengen. Werkgeverskoepel VNO-NCW en verschillende Haagse politici die de problematiek rond zwaar werk en vervroegd uittreden weer goed op
1 febVerlenging RVU op het spel
De onderhandelingen over de Regeling voor Vervroegde Uittreding (RVU) ‘in de polder’ zijn vastgelopen. Dat slaat meteen de basis onder de verlenging van de RVU-regeling voor de politie vandaan. Daarom is het belangrijk dat ook alle politiemedewerkers in actie komen. En dat ze laten horen dat het ook voor hen belangrijk is dat de partijen
8 decRVU-aanvraag: in hele maanden graag!
De tijdelijke Regeling vervroegde uittreding (RVU) voor de politiesector geeft collega’s die voor 2026 de leeftijd van 65 jaar bereiken onder voorwaarden aanspraak op een maandelijkse uitkering van de werkgever om eerder stoppen met werken (mede) mogelijk te maken. Bij het indienen van een RVU-aanvraag is het belangrijk de begin- en einddatum van de uitkeringsperiode verstandig te kiezen. Zo niet, dan kun je flink wat geld mislopen.
21 feb