‘Vereerd dat ik een steentje mag bijdragen’

‘Vereerd dat ik een steentje mag bijdragen’

6 mei 2020, corona

Crises worden bij de politie gecoördineerd vanuit een Staf Grootschalig en Bijzonder Optreden (SGBO). Vanwege corona is er voor het eerst een SGBO voor PDC bedrijfsvoering. Dat SGBO wordt vanuit Veilig en Gezond Werken (VGW) ondersteund door het VGW Kernteam Corona. Hans Niessink maakt als Specialist Arbeidsomstandigheden deel uit van dit kernteam. Daarnaast zit hij in de backoffice van de reguliere SGBO in de Eenheid Limburg. In dit interview vertelt hij over zijn inzet in de coronacrisis. “Het is onze taak om ervoor te zorgen dat collega’s veilig hun werk kunnen doen.”

Het is nog maar kort geleden dat Hans zich bezighield met het ergonomisch gebruik van beeldschermen, tafels en stoelen en gezondheidsproblemen door een te zware koppel. Hij bracht risico’s van specifieke functies in kaart, schouwde panden en wees op gevaarlijke stoffen waarmee Forensische Opsporing in aanraking kon komen. Nu is al zijn aandacht gericht op corona.

Het moment waarop Hans en zijn collega’s zich met corona aan de slag gingen, was eind februari. Er was nog geen bevestigd geval in Nederland, maar wel in Duitsland. Een collega die daar woont, had aangegeven mogelijk contact te hebben gehad met een corona-besmet persoon. “Vanaf dat moment zijn we binnen de politie in no-time opgeschaald naar een SGBO-structuur. Voordeel van de commandostructuur van zo’n SGBO is dat er snel kan worden geschakeld.

Beschermingsmiddelen

Hans beschrijft hoe het in zijn werk gaat. In de beginfase werd er vooral besproken wat we wel en niet mogen doen, wie kan blijven werken en welke beschermingsmiddelen we nodig hebben, bijvoorbeeld bij reanimatiehandelingen. “Als de SGBO van een bepaalde eenheid vraagt om persoonlijk beschermingsmiddelen zoals een overall of schort, dan kan ik deze vraag oppakken en vervolgens neerleggen bij de SGBO PDC. Hier gaan wij ons er over buigen aan welke eisen de beschermingsmiddelen moeten voldoen. Moeten ze waterafstotend zijn? Hoe stevig moeten ze zijn? Zijn er richtlijnen over vastgesteld? Maar het kan ook zijn dat we verder moet zoeken. Dan kijken we wat er te vinden is aan onderzoeken of we nemen contact op met de GGD of RIVM.”

Om te zorgen dat de medewerkers hun werk ook tijdens de corona crisis veilig kunnen uitvoeren zijn er voor diverse werkzaamheden nieuwe werkinstructies geschreven. “Van werkinstructies voor het reanimeren, arrestantenzorg tot de werkinstructie thuiswerken. Vanuit het kernteam worden, op vraag van de SGBO, werkinstructie ontwikkeld waarbij we uiteraard de adviezen van het RIVM volgen.”

Aerosolen

Risico’s zijn onderdeel van het operationele werk, weet Hans. “Als het eropaan komt, moet je aanhouden en moet je reanimeren.” Maar waar een reanimatie in het begin nog met mond-op-mondbeademing werd gedaan, kwam al snel het advies om alleen hartmassages en AED (defibrillators) toe te passen. Door nieuwe maatregelen veranderde dat in uitsluitend AED en persoonlijke beschermingsmiddelen waaronder mondkapje, veiligheidsbril en een overall. “Het zijn de aerosolen, de druppeltjes in de adem die mogelijk voor besmetting kunnen zorgen en ook bij een hartmassage zit je dicht bij de ademhaling”, vertelt Hans. “Alleen bij kinderen tot de puberteit is er geen sprake van een aangepaste handelswijze omdat de kans op besmetting klein is.”

Het VGW kernteam corona is er behalve voor ondersteuning van de SGBO ook voor het beantwoorden van vragen uit het land. Een voorbeeld is een collega die aan Hans vroeg: “Als ik bij een lijk kom, in hoeverre kunnen daar dan nog virussen in zitten? En zijn die overdraagbaar?” Van zo’n vraag maakt het VGW kernteam dan een Q&A. Het antwoord op deze vraag is volgens Hans dat het niet direct overdraagbaar is. “Bij het antwoord baseren we ons mede op de informatie van het RIVM. Besmetting via aerosolen (druppeltjes in de adem) is niet meer mogelijk als er geen sprake is van ademhaling. Het virus kan wel enige dagen in het lichaam blijven en dus in speeksel en ontlasting en mogelijk bloed zitten. Deeltjes van het coronavirus kunnen onder ideale omstandigheden tot 72 uur overleven op plastic en roestvrij staal”.

Bevestiging

Naast de uitgebreide informatie op intranet beantwoordt Hans ook regelmatig vragen aan de telefoon. Vaak wordt er dan door een collega bevestiging gezocht. “Ik ben op straat in aanraking gekomen met een persoon die corona zou kunnen hebben. Kan ik nog naar werk?” is zo’n vraag. Mijn antwoord daarop is: “Ja, zolang je geen gezondheidsklachten hebt, kan dat. Heb je wel klachten, neem dan contact op met de huisarts. Bij contact met een coronapatiënt kan het dat het wordt overgedragen, maar dat hoeft niet zo te zijn.”

Hij sprak zo ook iemand die bij een reanimatie een overall aanhad en daaruit is gescheurd. Die collega vroeg hem: “Hoe groot is het risico dat ik daardoor besmet ben?’ Hij zei dat hij zijn uniform daarna had uitgedaan, gewassen en is gaan douchen.” Hans zei de collega dat hij prima gehandeld had. “Houd jezelf goed in de gaten, maar maak je verder geen zorgen. Het risico is relatief klein.”

Het menselijk aspect is volgens Hans erg belangrijk. “Ik luister goed naar hun verhaal. Zitten ze in een risicogroep en zijn ze daardoor angstig? Dan stel ik vaak voor om in overleg met de leidinggevende of aangepast werk mogelijk is waardoor ze minder in de frontlinie hoeven te staan. Ze kunnen het werk gewoon doen, maar ze moeten zich er wel goed bij voelen.”

Normaler vaarwater

Nu we langzaam in normaler vaarwater terechtkomen, rijst de vraag hoe we ‘teruggaan’ naar een nieuwe werkelijkheid. “Op het moment dat er weer meer samen gewerkt mag worden, hoe gaan we dat dan doen? Wat betekent de anderhalve meter samenleving voor onze werkplek? Passen we de inrichting van de gebouwen aan? Moeten we eenrichtingsverkeer hebben? Op de achtergrond zijn we daar al volop mee bezig. Kern is dat we de risico’s die er zijn zoveel mogelijk beheersbaar maken om veilig en gezond te kunnen werken.”

Wat de SGBO-structuur betreft: die blijft nog even bestaan. “Met de collega’s ben ik daar de afgelopen tijd volledig in opgegaan. We maakten dagen van soms wel 10 of 11 uur en doen dat nog steeds als het nodig is. Maar het geeft wel energie. Het effect van wat we doen is zo tastbaar en duidelijk. En hoe vervelend en moeilijk een periode als deze ook is: ik doe ontzettend veel kennis en ervaring op en zit dicht bij het vuur. Ik leer heel veel nieuwe collega’s kennen, uit het hele land. Ik ben dan ook erg vereerd dat ik hier een steentje aan mag bijdragen.”

OOK INTERESSANT

bottombanner

LID WORDEN VAN DE ACP?

AANMELDEN