Regeling levensfase-uren
Sinds 1 juli 2019 is er een nieuwe vorm van verlofsparen: de LFU (Regeling levensfase-uren). Met de LFU kun je - bovenop je vakantie-uren - extra (doorbetaald) verlof opnemen. Bijvoorbeeld voor een langere vakantie, voor studietijd, een sabbatical, zorgtaken, of je spaart deze uren op tot aan het einde van je loopbaan en gebruikt ze voorafgaand aan de ingangsdatum van je pensioen. De bijschrijving van het jaarlijkse aantal uren, vindt op 1 januari plaats.
Je mag op elk gewenst moment levensfase-uren opnemen, uiteraard in overleg met je leidinggevende. Tijdens het opnemen van levensfase-uren gaan je opbouw en uitbetaling van vakantiegeld en eindejaarsuitkering gewoon door. Je kunt LFU-verlof gedurende een langere periode opnemen, maar ook flexibel, bijvoorbeeld één dag per week. Ook is het in principe mogelijk levensfase-uren op te nemen in combinatie met het opnemen van een levenslooptegoed. Dit laatste moet dan wel zijn gebeurd voor de definitieve vervaldatum van de levensloopregeling (1 januari 2022).
Een verzoek voor opname van levensfase-uren kun je indienen via BVCM. Deze aanvraag is gelijk aan de procedure zoals deze van toepassing is bij opname van vakantieverlof.
Tijdens het opnemen van levensfase-uren heb je gewoon recht op opbouw en uitbetaling vakantiegeld en eindejaarsuitkering.Ook aan de afdrachten vanuit je bezoldiging wijzigt niets.
Je kunt het opnemen van je LFU-saldo en een levenslooptegoed (bij bv. Loyalis) combineren. Je dient hiervoor wel akkoord te krijgen van je leidinggevende. Let op: je moet het levensloopverlof voor 1 januari 2022 hebben opgenomen.
Met de LFU kun je elk jaar 53,8 uur verlof opbouwen. Medewerkers met een volledig dienstverband van 36 uur of meer bouwen jaarlijks 53,8 uur extra verlof op. Bij een dienstverband onder de 36 uur per week ontvang je jaarlijks evenredig minder levensfase-uren. Heb je twee aanstellingen? Dan heb je per aanstelling een aanspraak naar evenredigheid, maar nooit meer dan 53,8 uur per jaar.
Je ontvangt géén rente over de levensfase-uren. Het is immers tijd. Wel stijgt de waarde van je levensfase-uren in de loop der jaren mee met je uurloon. Als dat stijgt door algemene salarisverhogingen en/of loopbaanstappen is vervolgens uiteraard ook elk opgebouwd extra verlofuur meer waard op het moment dat je het (volledig doorbetaald) opneemt.
Het fiscaal toegestane spaarmaximum is vijftig weken aaneengesloten verlof. Daar kun je in de loop van je werkzame leven meerdere keren extra verlof uit opnemen. Als je uren hebt opgenomen, je die weer bijsparen. De mogelijkheden op dat gebied worden flink verruimd door de nieuwe CAO-afspraak dat de overwerkvergoeding in tijd na de invoering van het verlofsparen wordt toegevoegd aan het opgebouwde LFU-tegoed. Ook de invoering van een sociaal maximum op inzetgebied zal ongetwijfeld leiden tot de nodige extra uren voor dat tegoed.
De LFU kan niet worden omgezet in geld. Alleen als je uit dienst gaat, wordt 50 procent van het nog niet opgenomen LFU-saldo in geld uitgekeerd. Dit geldt niet als je met pensioen gaat, omdat je dan (direct) voorafgaand aan je pensionering de uren moet hebben opgenomen. Bij overlijden wordt 100 % van je LFU-saldo aan nabestaanden uitbetaald.