22 mrt 2024, aow en vroegpensioen
Hoeveel dienstjaren moet je op je naam hebben om in aanmerking te komen voor vroegpensioengeld (RVU-uitkeringen) van de werkgever? Binnen de politie is de norm: minstens 35 dienstjaren waarvan minstens 25 zwaar - dat wil zeggen: in een uitvoerende politiefunctie. Mag je KMar- en douanejaren daarbij als zware jaren meetellen?
Het antwoord daarop leidde de afgelopen jaren tot veel onbegrip en discussie. Een aantal rechtszaken heeft in ieder geval voor juridische duidelijkheid gezorgd.
Eén definitie was van begin af aan duidelijk. Onder de vereiste 35 dienstjaren vallen niet alleen gewerkte jaren binnen de politie, maar ook dienstjaren bij andere instanties met opsporingsbevoegdheden, zoals de Koninklijke Marechaussee of de douane. Een volledig overzicht van deze instanties staat in artikel 8a van het Landelijk Sociaal Statuut Politie.
De vervolgvraag is dan natuurlijk: tellen deze dienstjaren bij andere instanties ook mee voor de 25 zware (politie)jaren? Het antwoord is van belang voor alle huidige collega’s die op enig moment naar de politie zijn overgestapt vanuit een functie binnen de douane of de KMar.
De Centrale Raad van Beroep – de hoogste rechter in ambtenarenzaken – heeft (definitief) bepaald dat het meetellen bij douanejaren voor een RVU-aanspraak niet gerechtvaardigd is. Douanemedewerkers zijn buitengewoon opsporingsambtenaar (boa), aldus de Raad. Voor de uitoefening van die functie krijgen ze door de minister van Justitie en Veiligheid een deel van de bevoegdheden toegekend waarover uitvoerende politiemedewerkers op basis van de Politiewet beschikken.
Daarbij is één cruciaal verschil overduidelijk: boa’s zijn niet belast met de politietaak hulp verlenen aan hen die dat behoeven en beschikken ook niet over de bijbehorende bevoegdheden. Dat maakt douanejaren wezenlijk anders dan de beoogde zware jaren die politiemensen aanspraak geven op vroegpensioen.
De argumentatie van de CRvB zorgt ervoor dat deze uitspraak niet alleen geldt voor douanejaren. Feitelijk heeft de Raad juridisch vastgesteld dat dienstjaren als buitengewoon opsporingsambtenaar in geen enkel geval kunnen meetellen als zware politiejaren.
In een andere uitspraak oordeelde de Centrale Raad van Beroep dat jaren doorgebracht in dienst van de Marechausse (hetzij als boa, hetzij als algemeen opsporingsambtenaar) in principe ook niet meetellen als zware jaren voor de RVU. Op deze regel is echter één uitzondering gerechtvaardigd.
Van 1967 tot 1994 leverden KMar-medewerkers semi-permanent bijstand aan de voormalige korpsen Amsterdam-Amstelland en Den Haag. Tijdens die inzet stonden de marechaussees onder het feitelijk gezag van de politie. Ze waren in dat opzicht niet te onderscheiden van ‘politieambtenaren aangesteld voor de uitvoering van de politietaak’, aldus de Raad. De betreffende marechaussees werden ingezet om volwaardige politiediensten te verrichten – inclusief de hulpverlening aan hen die dat behoeven. Om die reden moeten deze dienstjaren (wel) beschouwd worden als zware jaren die meetellen voor een RVU-aanspraak.
Heb jij vroeger als marechaussee in de semi-permanente bijstand gewerkt en voldoe je nu niet aan de RVU-eis van 25 zware politiejaren? Dan is het verstandig om te checken of dat nog zo is als je de jaren van semi-permanente bijstand erbij optelt.
Het is de werkgever niet bekend welke huidige collega’s ooit als marechaussee in Amsterdam en Den Haag werkzaam zijn geweest in de semi-permanente bijstand. Je zult je dus echt zelf moeten melden. In Youforce kun je een verzoek indienen om aanpassing van je RVU-jaren op grond van je KMar-inzet, uiteraard met toevoeging van bewijsmateriaal.
Veelgestelde vragen landelijk vroegpensioenakkoord
De politiebonden hebben door het landelijk bereikte onderhandelingsresultaat over een permanente regeling vervroegd uittreden twee RVU-akkoorden in twee weken te vieren. Het eerste akkoord was met minister David van Weel van Justitie en Veiligheid over een uitbreiding van de doelgroep van de tijdelijke politie-RVU 2021-2025. Dat was nodig om te zorgen dat de collega’s van de jaargang 1961 qua vroegpensioenopties niet buiten de boot vielen. Het tweede akkoord is het nieuwe landelijk kaderakkoord met de minister van Sociale Zaken. Op basis daarvan moet nu een permanente politie-RVU vanaf 2026 worden uitonderhandeld voor de jaargangen 1962 en verder. De gesprekken tussen de politiebonden en de politiewerkgever daarover zijn inmiddels gestart. In dit artikel de drie meest gestelde vragen over het landelijk vroegpensioenakkoord.
21 oktEindelijk zekerheid over sociaal vroegpensioenbeleid
De politiebonden zijn blij met het bereikte landelijke akkoord over een permanente Regeling vervroegd uittreden (RVU) voor mensen die door vele jaren zwaar werk fysiek en/of psychisch versleten zijn. NPB-voorzitter Nine Kooiman namens de politiebonden: ‘Wij hebben hier vanaf het begin van dit jaar actie voor gevoerd, op eigen houtje en samen met bonden uit andere beroepssectoren. De politiek en de werkgevers hadden flink wat duwtjes nodig, maar het resultaat mag er zijn. Eindelijk zekerheid voor onze politiemedewerkers.’
18 oktVeelgestelde vragen overbruggingsregeling RVU
Het nieuwe akkoord rond de RVU dat de politiebonden en de werkgever vorige week hebben bereikt is een overbruggingsregeling. De landelijke onderhandelingen over een nieuwe Regeling vervroegd uittreden (RVU) vanaf 2026 hebben vertraging opgelopen, waardoor in 2025 bijna een hele jaargang politiemedewerkers (collega’s geboren voor 1 oktober 1961) buiten de boot dreigde te vallen. De politiebonden hebben dat weten te voorkomen door met de minister van Justitie en Veiligheid en de korpsleiding af te spreken dat de doelgroep voor de lopende (tijdelijke) RVU voor de politiesector alsnog met één jaargang (het hele geboortejaar 1961) wordt uitgebreid.
14 oktOnderhandelaarsakkoord vervroegd uittreden politie
Er is een onderhandelaarsakkoord bereikt over een overbruggingsregeling voor de politie als het gaat om vervroegd uittreden. Minister David van Weel van Justitie en Veiligheid, korpschef Janny Knol en de politiebonden hebben hiervoor gisteravond afspraken gemaakt. Politiemedewerkers uit het geboortejaar 1961 krijgen toch de mogelijkheid om gebruik te maken van de Regeling Vervroegd Uittreden. Het betekent dat politiemedewerkers met geboortejaar 1961 – die voldoen aan de voorwaarden voor zwaar werk – maximaal drie jaar voor hun AOW-leeftijd kunnen stoppen met werken. Ze ontvangen dan een maandelijks uitkeringsbedrag.
10 oktPolitiebonden: Kleine doorbraak in conflict vroegpensioen politie
Minister van Justitie en Veiligheid David van Weel heeft de politiebonden uitgenodigd voor een gesprek om te komen tot een oplossing in de vastgelopen onderhandelingen over het vroegpensioen. Politiemensen voeren al negen maanden lang actie en dat wordt gevoeld. Daarom nu een eerste handreiking vanuit het kabinet richting de politie als het gaat om de impasse over behoud en verlenging van een goede vroegpensioenregeling (RVU).
13 sep